Vertalingen fit out EN>NL
to fit out | optooien (ww.) ; outilleren (ww.) ; toerusten (ww.) ; uitrusten (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitrusten (ww.) |
fit out | afzetten ; beslaan ; garneren ; stofferen ; uitmonsteren |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `fit out`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: prepare